donderdag 13 augustus 2015

Naschrift

Van Dordrecht naar Saint-Jean-Pied-de-Port 



Ik ben gelukkig en dankbaar dat ik deze pelgrimstocht tot een (voorlopig) goed einde kon en mocht brengen. Ik besef dat dat niet zo vanzelfsprekend is. Veel mede-pelgrims moesten vanwege de hittegolf, spierblessures of voetproblemen voortijdig naar huis terugkeren.
Deze tocht heeft mijn leven zeker verrijkt. Ik heb vele mooie momenten meegemaakt, maar ook zwakke momenten gekend. Maar op die momenten - het kan geen toeval zijn - gebeurde er steeds iets waardoor ik weer kracht en moed kreeg om door te gaan. Daarbij speelde de steun van het thuisfront en van mijn mede-pelgrims een belangrijke rol.

Hierbij wil ik daarom iedereen bedanken die mij via e-mail, gebed, het branden van een kaars of op andere wijze heeft gesteund; mijn familie, vrienden, oud-collega's en andere bekenden. 
In het bijzonder wil ik ook alle pelgrims bedanken die ik op mijn tocht mocht ontmoeten. Voor hun gezelschap en vriendschap, voor hun wijze adviezen en voor hun steun op de moeilijke momenten. 


Je veux remercier toutes les pelerins j'ai recontre. Merci pour votre compagnie et amitie, pour votre avis prudents et votre soutien aux moments difficiles pour moi.
Merci beaucoup!

I wish to thank all pelgrims I met. Thanks for your company and friendship, for your wise advises and your support at the moments when it was difficult for me.
Thank you very much!

Peter 

peter.bokelaar@kpnmail.nl 








dinsdag 11 augustus 2015

Van Mont-de-Marsan naar Saint-Jean-Pied-de-Port

Van Mont-de-Marsan naar Saint-Jean-Pied-de-Port (29 juli t/m 5 augustus 2015)

Woensdag 29 juli 2015

Woensdagmorgen vol goede moed vertrokken naar Saint-Sever, een afstand van ongeveer 20 km. Het was mooi wandelweer, licht bewolkt en niet te warm. Na een paar km liet ik de bebouwde kom van Mont-de-Marsan achter me en ging de route verder via mooie zanderige boswegen. Hieronder een gerooid bos waar een bepaalde struiksoort was geplant, maar ook weer grotendeels gerooid. Ik vroeg me af of dit een verlaten boomkwekerij was of een herplantingsproject.


De weg door het bos kwam uit op een asfaltweg die naar het dorpje Benquet leidde. Daar zag ik 2 pelgrims de plaatselijke kerk net verlaten. Even later passeerde ik de dames (bleken naderhand Marian en een vriedin uit het oosten van Nederland te zijn) toen ze in het lokale cafe een pauze hielden. Voor mij was het nog te vroeg voor een pauze.

Kerk Saint-Jean in Benquet 
In hetzelfde dorp stond het volgende bord langs de route. Er was hier geen twijfel mogelijk, ik was op de goede weg!


De route liep verder langs mooie glooiende land-en boswegen. In de buurt van het dorpje Saint-Christau trof ik bij de oprit van een boerderij deze mooi versierde paal aan (een soort grote palmpasenstok) ter gelegenheid van de verjaardag van een 70-jarige bewoner. Die dag en de dag daarna zag ik nog enkele van deze feestelijke attributen (25 jarige bruiloft e.d.), kennelijk een gewoonte in deze streek.


In het dorpje Saint-Christau weer een schitterend Romaans kerkje bij de begraafplaats.


In de buurt van Saint-Sever liep de route 'dood' doordat daar ter plaatse een nieuw industrieterrein werd aangelegd. Ik besloot rechtdoor te gaan over een wegje parallel aan de autoweg naar Saint-Sever. Op het moment dat ik daar inliep stopte er een automobilist die me er op wees dat ik niet op de goede (pelgrims)weg was en via dat weggetje ook niet op de goede route kon komen. Op zijn aanwijzingen besloot ik een andere route te nemen die uitkwam in Pere, een voorstadje van Saint-Sever. Daarna kwam ik bij de brug over de rivier L'Adour weer op de route.

Uitzicht op de Adour vanaf de brug over die rivier 
De brug vormt de toegang tot Saint-Sever, maar om het centrum de bereiken is er vanaf de rivier nog een flinke klim nodig.

Het grindpad omhoog naar het centrum van Saint-Sever 
Via een steil voetpad bereikte ik de rand van het centrum en vandaar de markt waar ook de kerk stond.
Het was al even aan het motregenen, maar op dat moment brak er een flinke regenbui los. Ik ging schuilen in de kerk en kon meteen het sobere interieur bewonderen. De kerk is onderdeel van een voormalige abdij (Karmelieten?) en tegenwoordig als parochiekerk in gebruik (paroisse Notre Dame du Mont Carmel, die naam moet de Dordtse katholieke gemeenschap bekend voorkomen!).

Hoofdingang kerk aan de marktzijde 
Achterzijde van de abdijkerk 

De voormalige abdij, nu museum 
Verderop in de stad nog een monumentaal complex, het voormalige klooster van de Jacobijnen, nu onder meer als cultureel centrum in gebruik. Daar was ook de gemeentelijke refuge ondergebracht.



De voormalge kapel van het Jacobijnenklooster 
Een uurtje nadat ik was gearriveerd kwamen ook de Nederlandse dames aan op weg naar de refuge. Zelf logeerde ik in een klein stadshotel bij de abdijkerk omdat ik de achterstand op mijn blog wilde wegwerken.

Donderdag 30 juli 2015

Mijn bedoeling was om die dag Sault-de-Navailles te bereiken, een afstand van 30 km. Probleem was dat het me nog niet was gelukt om daar onderdak te regelen. Bij het vertrek liep ik bijna letterlijk Ida tegen het lijf, een Nederlandse lerares op weg naar Santiago, die net als de andere dames in de refuge had overnacht. Ze moest echter nog inkopen doen voor de avond. Ik veronderstelde dat ze me wel zou inhalen, maar ik heb haar die dag niet terug gezien.

Vanuit Saint-Sever ging de route over mooie, glooiende landwegen door een agrarisch landschap waar veel mais werd verbouwd dat vanwege de droogte volop werd beregend.
Het was weer prima wandelweer, lichtbewolkt, maar geen regen. Toch ben ik die ochtend nog nat geworden. Verschillende malen moest je beregeningsinstallaties passeren en het lukte me niet iedere keer om daar zonder nat te worden onder door te lopen. Dat leverde overigens in gezelschap van andere pelgrims ook hilarische momenten op.

Het was een mooie route die enige tijd ook langs een beekje liep met een mooie bomenrij.


Na een aantal km's zag ik een pelgrim voor me lopen die ik langzaam inhaalde. Tot mijn verrassing bleek het iemand te zijn die ik al eerder had ontmoet. Namelijk de Franse vrouw die ik op weg naar Saint-Foye-de-la-Grande op haar tweede wandeldag was gepasseerd (op zondag 19 juli). Ze heette Murielle en woonde in de Ardeche. Ze had haar kampeerspullen inmiddels terug naar huis gestuurd en met een lichtere rugzak ging het lopen nu stukken beter. Dat merkte ik ook, want er kwamen kort daarna enkele hellingen op onze weg en daarbij had ik moeite om haar bij te houden. We liepen verder samen op en pauzeerden kort bij het kerkje in het dorpje Audignon.


Daarna samen op weg naar het stadje Hagetmau, dat ongeveer halverwege de route lag. Tegen de middag arriveerden we daar en troffen op een terrasje het Nederlandse stel Marian en haar vriendin aan. Met zijn allen gezellig koffie gedronken en bijgepraat. Marian en haar vriedin hadden maar enkele weken tijd en zouden in Orthez stoppen. Alle vier de dames, Marian en vriedin, Ida en Murielle hadden de refuge in het plaatsje Beyries gereserveerd, ongeveer 4 km voor Saint-de-Navailles, de plaats waar ik wilde overnachten. Informatie bij het toeristenbureau leerde me dat er, anders dan in mijn gids stond vermeld, geen logeergelegenheid meer was in Sault-de-Navailles. Dat verklaarde mijn vergeefse telefoontjes. Het toeristenbureau hielp mij aan een chambre d'hote aan de rand van Hagetmau. Ik bleef daar dus, terwijl de dames op weg gingen naar Beyries.

Bij aankomst bij de chambre d'hote werd ik vriendelijk welkom geheten door de gastvrouw. De kamer was prima en ik kon gebruik maken van een keukentje, want voor het avondeten zou ik zelf moeten zorgen. Dat was nog niet zo simpel, want voor de inkopen moest ik naar een supermarkt die daar een paar km vandaan was. Die dag had ik maar 17 km afgelegd omdat ik gestrand was in Hagetmau, maar er kwamen zeker nog 4 km bij voor de boodschappen.

Vrijdag 31 juli 2015

Die vrijdag was de stad Orthez het einddoel. Omdat ik de vorige dag niet verder was gekomen dan Hagetmau, betekende dat dat ik in plaats van 14 km ongeveer 28 km voor de boeg had.

Het had die nacht flink geregend en geonweerd en bij het opstaan plensde het nog. Maar na het ontbijt werd het droog en in de optimistiche veronderstelling dat het droog zou blijven, ging ik op weg. Na een paar km de eerste regenbui en moest ik alsnog mijn regenjas aan en de regenhoes over mijn rugzak doen. De bui ging over in motregen en ik bleef optimistisch. Onderweg op een kruispunt trof ik niet, zoals gebruikelijk, een kruis aan, maar het beeld van een (aarts)engel. Daarna heb ik dat nog maar een enkele keer gezien.


Voor het gehucht Argelos ging de weg steil omhoog en tussen Argelos en Beyries was het ook aardig heuvelachig. Het was duidelijk dat we van het vlakke Les Landes in de heuvelachtige Pyreneeen Atlantique terecht waren gekomen.

Inmiddels was het wat harder gaan regenen en rechts van mij was de lucht donker en hoorde ik het onweer donderen. Eerst leek ik nog te ontsnappen aan het onweer, maar het kwam steeds dichterbij en ik ging schuilen onder een bomenrij voor de eerste echte hoosbui. Het onweer was toen nog op afstand. Een tijdje later, ik was toen net aan de rand van een bos, een tweede en later derde stortbui en ook het onweer dat nu vlabij was. Hemel en aarde werden fel verlicht en blikseminslagen in de buurt. Ik zag geen andere mogelijkheid dan onder de bomen te schuilen, niet de meest ideale plek bij een onweer. Na een half uurtje was het ergste leed geleden en ben ik in de regen verder gegaan. Behoorlijk nat kwam ik rond de middag aan in Sault-de-Navailles. Gelukkig was het plaatselijke cafe-restaurant open, zodat ik daar onder het genot van een bakje koffie even op verhaal kon komen.
De dreigende onweerslucht 
Na de middag klaarde het weer op en verscheen de zon zelfs af en toe. Via mooie boswegen en glooiende wegen door een heuvelachtig gebied met veel prachtige uitzichten naar Orthez.

Mooie weg tussen de akkers die uitkomt in een bos 
Prachtig uitzicht vanaf de heuvels voor Orthez 
Rond een uur of drie liep ik Orthez binnen. Een bijzondere ervaring. Je daalt vanaf de heuvels via een mooie steile straat af naar het centrum van Orthez aan de rivier Gave de Pau.


Duidelijk wordt dat we hier in Baskenland zijn. Alle namen van straten, menu's e.d. staan naast het Frans ook in het Baskisch vermeld. De sfeer is er ook anders. Ik vond via het toeristenbureau onderdak in het stadshotel La Reine Jeanne, een prachtig oud gebouw in een monumentale straat op de route.

De volgende morgen nam ik voor het ontbijt nog enkele foto's, van de kerk en van .........


Een gebouw waar 'theater' op stond, maar, naar waar ik begreep, (ook) stierengevechten worden gehouden.
In Baskenland, maar ook in Les Landes (Mont-de-Marsan, Hagetmau) is stierevechten een populaire sport, evenals rugby.

De arena voor het stierenvechten? 
Die dag kreeg ik een sms-je van Jan dat hij op advies van de kinesist vanwege zijn spierblessure moest stoppen en inmiddels op weg naar huis was. Al weer een mede pelgrim die vanwege een blessure moest opgeven. Daartegenover liet de Belgische student Benjamin me weten dat hij in Saint-Jean-Pied-de-Port was aangekomen en dat hij doorging naar Santiago.

Zaterdag 1 augustus 2015

De volgende morgen ging voor het ontbijt - in het weekend was dat pas om 8 uur - nog even de stad in om foto's te maken. Bij het verlaten van het hotel liep ik Murelle tegen het lijf die overnacht had bij de zusters Clarissen (mannen waren daar niet welkom). We spraken af om elkaar in Sauveterre-de-Bearn, ons reisdoel die dag, op te zoeken. De afstand naar Sauveterre was ongeveer 21 km.

Bij het verlaten van Orthez ging de route over de prachtige oude brug over de Gave de Pau.

Le Pont Vieux over La Gave de Pau 
Vanaf de brug heb je een mooi uitzicht op de rivier en op het zuidelijk deel van Orthez.
De Gave de Pau 
Doorkijkje door de brug naar de zuidkant van Orthez 
Daarna omhoog richting autoweg, voor de autoweg rechtsaf langs een landweg en een paar km verder onder de autoweg door naar het dorpje Sainte-Suzanne. Daar kwam mij een Nederlandse automobilist tegemoet die mij aanmoedigde vol te houden. Meestal waren het Fransen die je je een 'bon journee' of 'bon courage' toeriepen. Zo'n gebaar geeft je altijd weer extra energie.

Bij het volgende dorpje Lanneplaa steil omhoog naar het kerkje daar. Na dat dorpje fout gelopen. Ik had dat eerst niet door, omdat ik ook op de weg uitkwam die in mijn gids stond. Maar toen ik die weg overstak wees een boer mij erop dat ik niet op de juiste weg zat. Om daar weer op uit te komen moest ik een paar km langs de drukke departementale weg die langzaam omhoog liep. Daarna weer op de route en via een mooie landweg steil omlaag naar het dorpje L'Hospital-d'Orion. Daar kwam ik uit bij een picknickplaats, waar ik Murielle aantrof die daar net pauze hield.


Daarna zijn we samen verder gegaan door een heuvelachtig en bosrijk gebied. De laatste 5 km volgden we niet de route uit de gids, maar de route via het plaatsje Burgaronne en sneden zo een stukje van de route af. Vanaf die hoog gelegen weg hadden we een schitterend uitzicht en zagen we voor het eerst de indrukwekkende Pyreneeen in de verte.


Vanaf Burgaronne liep de weg langzaam omlaag en bereikten we de bebouwde kom van Sauveterre-de-Bearn.


Vandaar naar het centrum en naar het bureau voor toerisme om onderdak te regelen. Dat bleek nog niet zo makkelijk omdat veel plaatsen bezet bleken vanwege de Middeleeuwse feesten die dat weekend in Sauveterre plaatsvonden. Met hulp van Murielle kreeg ik een kamer in een chambre d'hote en zij in een particuliere refuge waar ze de enige gast bleek te zijn.
De eigenaar van de refuge was Ive, een alternatief maar sympathiek figuur, die erg lekker kon koken.
Ik werd uitgenodigd om die avond mee te komen eten. Hij verzorgde een vegetarische maaltijd met veel Indische kruiden. De vrijwillige bijdrage die hij daarvoor vroeg was bestemd voor ontwikkelingswerk in Nepal. Een bijzondere man en een bijzondere avond.

De Middeleeuwse feesten in Sauveterre 
De prachtig gelegen kerk van Sauveterre-de-Bearn 
Ook de chambre d'hote waar ik sliep was bijzonder. Een mooi oud pand, romantisch ingericht met een bijzonder hartelijke gastvrouw, die zelf ook de nodige wandelervaring had. De volgende ochtend bij het ontbijt kreeg ik ook fruit en een energiereep mee voor onderweg. Dat had ik nog niet eerder meegemaakt.

Na aankomst in Sauveterne kwam ik ook nog twee andere Nederlanse pelgrims tegen. Ida, de onderwijzeres, die ik eerder in Saint-Sever kort had gesproken en Lars, een sympathieke jongeman uit Sprang-Capelle, die pas was afgestudeerd aan de HTS. Met Lars zou ik de volgende dagen nog vaker contact hebben.

Zondag 2 augustus 2015

In eerste instantie was ik van plan van Sauveterre-de-Bearn meteen naar Ostabat te lopen, een afstand van ongeveer 27 km. Maar in het tweede deel van die tocht moest een hoogteverschil van 300 meter worden overbrugd en - hoewel me dat eerder bij Saint-Gussaud wel was gelukt - zag ik daar deze keer erg tegen op. Ik had de dagen daarvoor namelijk een lichte blessure opgelopen aan de kuitspier van mijn linker been, waardoor ik moeite had steile hellingen op te komen. Daarom had ik besloten over dat traject twee dagen te doen. Eerst het makkelijke deel tot Saint-Palais, ongeveer 16 km, en daarna het lastige traject naar Ostabat, ongeveer 11 km. De meeste andere pelgrims waaronder Lars en Murielle kozen ook voor deze oplossing. Het bleek bovendien een voordeel dat we daardoor niet op zondag in Ostabat hoefden te overnachten, omdat de logeermogelijkheden daar beperkt waren en er in de refuge in Saint-Palais wel voldoende plaats was.

Zondagmorgen vertrok ik samen met Murielle vanuit Sauveterre naar Saint-Palais. Het eerste deel ging nog door de bebouwing. Via de brug over Le Gave d'Oloron bij Sauveterre naar Guinarthe en Osserain. Pas na de brug over het riviertje Le Saison liepen we het mooie heuvelachtige bosgebied in. Het was gezien de afstand en de route een ontspannen wandeldag waarop we volop van de omgeving en de natuur konden genieten.


Op een gegeven moment constateerden we dat de route anders liep dan in onze gids stond aangegeven. Een ouder Frans echtpaar dat daar aan het wandelen was, wist ons te vertellen waar we precies waren. Bij het gehucht Suhast konden was de route weer zoals in onze gids beschreven.
De laatste km's naar Saint-Palais volgde de route het traject van een voormalige spoorlijn.
We waren al vroeg in Saint-Palais en besloten om daar warm te eten, zodat we die avond met een eenvoudige maaltijd konden volstaan.

Markt met hotels en restaurants in Saint-Palais 
Toen we zaten te eten, werd ik ineens verrassend aangesproken door Genevieve, een Franse pelgrim waarmee ik een aantal dagen samen met de Nederlandse Maaike en de Franse mannen, Erik en Pierre, was opgetrokken. Maar dat was een hele tijd geleden. Van dat groepje had ik op 25 juni afscheid genomen in Saint-Amand-Montrond. Pierre en Eric waren kort daarna gestopt en Maaike was met Genevieve tot Limoges meegelopen.
Ik was er vanuit gegaan dat Genevieve inmiddels de Pyreneen had bereikt. Genevieve legde uit dat ze een weekje bij familie hier in de omgeving had doorgebracht, waardoor onze wegen elkaar hier weer kruisten. Het was fijn elkaar weer te zien. Was dit toeval?

Saint-Palais is een mooi stadje dat veel toeristen trekt.
Mooi straatje in Saint-Palais 
Vanaf het restaurant gingen we met zijn drieen naar de refuge die aan de rand van het stadje lag en gevestigd was in een voormalig klooster van de Franciscanen. De refuge werd 'gerund' door Franse vrijwilligers (hospitalero's) die werden afgelost door Belgische hospitalero's. De refuge had zowel dotoirs (slaapzalen) als kamers (voor 2 personen). Wij kozen een kamer.
Er was al een Frans gezin aanwezig, heel bijzonder vader en moeder die samen met hun kinderen een aantal dagen gingen wandelen. Later kwam ook Lars daar nog binnen en aan het eind van de avond een man (Francois) met een ezel.


'S-avonds daar gegeten. Dat ging allemaal erg sociaal en gezellig. Wat de een teveel had werd broederylijk (zusterlijk) gedeeld met de anderen. Ook de Franse hospitalero's bleken bijzonder gastvrij.

Maandag 3 augustus 2015

Hoewel de afstand naar Ostabat maar ongeveer 11 km was, zag ik daar vanwege mijn blessure erg tegenop. Ik had mijn benen de afgelopen dagen extra gemasseerd en regelmatig rek- en strekoefeningen gedaan en dat leek wat te helpen.

Die ochtend met zijn drieen (Genevieve, Murelle en ik) op weg. De hospitalero's hadden ons geadviseerd niet de route van de 'chemin' te volgen, maar de GR, omdat die mooier was en minder de wegen volgde. Dat klopte in de praktijk ook, maar daar stond tegenover dat de GR meestal wel langer en lastiger was. Al kort na de start volgde een venijnige steile klim. Ik kwam buiten adem boven, omdat ik de fout maakte het tempo van de dames te willen volgen. Daarna liep ik in mijn eigen ritme de hellingen op en dat ging veel beter. Maar toch, we gingen het bos in en steeds maar omhoog. Ik had moeite de dames te volgen. Maar zij waren zo aardig steeds op mij te wachten. Ze namen bovendien alle tijd om te kijken en te genieten van wat op onze weg kwam en van de omgeving. Boven aangekomen op de top van de heuvels genoten we van het prachtige uitzicht. Weer een leermomentje voor mij.

Op de top van de heuvels had je een fantastisch uitzicht 
Op een gegeven moment komen we boven op een heuvel aan waarop een groot monument stond. Helemaal zeker weet ik het niet, maar waarschijnlijk was dat de 'Stele de Gibraltar' die de plaats markeert waar drie belangrijke pelgrimswegen samenkomen: die vanuit Tours, die vanuit Vezelay en die vanaf Le Puy.

La Stele de Gibraltar, samenkomst van 3 pelgrimswegen?
Daarna ging de weg weer steil naar beneden en kwam de volgende uitdaging in zicht, een km lange rotsweg naar de Chapelle de Soyarza. Ik had de vorige beklimmingen met moeite genomen en vroeg me af of dit niet een brug te ver was met mijn protesterende kuitspier. Vanaf de andere heuvel zagen we andere pelgrims worstelen om boven te komen.

De gevreesde heuvel vanaf te tegenover gelegen heuvel gezien 
Dezelfde heuvel, toen we bijna beneden aan de voet waren
Langzaam zochten we onze weg naar boven. Murielle als een berggeit, daarna Genevieve die handig gebruik maakte van haar 'battons' en ik achteraan in mijn eigen rustige tempo. Boven wachtte ons een geweldige beloning. Een prachtig uitzicht bij de kapel, waar een soort picknickplaats was ingericht. Vlak voor we daar aankwamen kwam er een kudde schapen aangehold. Later kwamen we daar nog aan de praat met de schaapsherder, een boer uit de omgeving die ook koeien hield. Hij vertelde over de problemen om de bedrijven in stand te houden, omdat de jongeren daar niet voor voelden en de streek verlieten.

Een kudde passerende schapen 
Op de top la Chapellede Soyarza 
Op de top ook een fantastisch uitzicht met op de achtergrond de Pyreneeen 
Na een uitgebreide rustpauze ging de route aan de andere kant van de heuvel weer naar beneden. Onder aangekomen door een bos met wat korte hellingtjes en dan naar het gehucht Harambeltz met een bijzonder kerkje. Ik wilde al verder lopen, maar de dames wilde zien of we er binnen konden komen. Toen bleek daar juist een rondleiding te zijn voor het Franse gezin dat we in de refuge hadden ontmoet en dat die dag voor ons uitliep. Van binnen was het kerkje rijk versierd met mooi beschilderde houten panelen. Het interieur had wel wat weg van orthodoxe kerk met zijn iconen die eveneens op hout zijn geschilderd.

Het kerkje van Harambeltz 
Het prachtige ibterieur van het kerkje 
Vanaf het kerkje liepen we samen met de Franse familie naar Ostabat. Vlak voor Ostabat ging de familie lunchen en wij liepen door naar het restaurant waar wij onderdak hadden geregeld.

Zicht op Ostabat vanaf de toegangsweg 
Ostabat was een klein Baskisch dorpje dat was ingesteld op de komst van pelgrims maar waar verder weinig te zien en te beleven was.
Bij onze aankomst was Lars al gearriveerd. Hij vond onderdak in een particuliere refuge waar ook de Franse familie logeerde. Je kon merken dat verschillende pelgrimsroutes waren samengekomen, omdat hier veel meer pelgrims dan in de vorige plaatsen waren.

De kerk van Ostabat 
In ons logiesverblijf had ook nog een Frans echtpaar onderdak gevonden samen met een Nederlandse vrouw, Tony uit Zierikzee, die met hen meeliep. Zij was van plan tot Roncevaux (eerste plaats aan de Spaanse zijde van de Pyreneeen), terwijl het Franse echtpaar in Saint-Jean-Pied-de-Port zou stoppen.

Het cafe-restaurant met logies 
In de loop van de middag arriveerde ook Francois met zijn ezel, zij trokken veel bekijks trok. Francois en ik deelden die dag een kamer. Francois was zeer teleurgesteld dat hij niet verder kon, maar de volgende dag weer terug naar Saint-Palais moest in verband met het transport  van zijn ezel (degene die de ezel moest ophalen was niet bereid verder te rijden dan St. Palais).

De ezel van Francois 
Die avond verzorgde 'ons' restaurant een heerlijke maaltijd.
Die avond en nacht heeft het flink geregend met onweer, maar de volgende ochtend was het droog maar wel bewolkt.

Dinsdag 4 en woensdag 5 augustus 2015 

Die dinsdag naar St. Jean-Pied-de-Port aan de voet van de Pyreneeen, ongeveer 23 km. Voor veel pelgrims ook de startplaats voor hun tocht naar Santiago. Voor mij voorlopig mijn laatste wandeldag. Al voor Perigieux had ik besloten niet verder te gaan dan Saint-Jean-Pied-de-Port. Dat had niet alleen te maken met mijn fysieke, maar ook met mijn psychische conditie. Na bijna 3 maanden wandelen was ik niet meer voldoende gemotiveerd om verder te gaan. Om ook van het derde deel een succes te maken, spiritueel, cultureel en om daarvan te kunnen genieten, moet ik eerst weer voldoende energie en inspiratie op doen.

Genevieve en Murielle bij vertrek vanaf ons logeerverblijf 
Die ochtend vertrokken we onder een bewolkte hemel. Het leek een ontspannen wandeldag te worden. Er waren wel de nodige hellingen op onze route, maar die waren niet te vergelijken met de lange en lastige hellingen van de dag ervoor.

Vanaf Ostabat ging de tocht over mooie landwegjes, soms door een bos, tot de hoofdweg naar St. Jean-Pied-de-Port net voor het dorpje Larceveaux. Iets verderop ging de route verder paralel aan de hoofdweg via lokale land-en boswegjes met hier en daar een pittig klimmetje. Onderweg kwamen we deze uitnodiging om wat te drinken tegen. Regelmatig werden wij pelgrims op deze wijze verrast.


Via een pad vlak langs de hoofdweg ging het omhoog tot de top van de heuvel Galtzetaburu met een Baskisch stenen kruis uit de 18e eeuw.


Het kruis van dichtbij 
Vandaar verder naar het dorpje Gamarthe. Een km voor het dorp pazeerden we bij een biologische boerderij die behalve koffie ook haar producten te koop aanbood. Ik kocht er een kaasje in de hoop dat ik dat tot thuis zou kunnen bewaren.
Helaas heb ik geen foto van deze uitspanning waar we op een bepaald moment met wel 15 pelgrims waren. Ik liet me op dat moment waarschijnlijk teveel afleiden door 2 jonge speelse katjes die onze aandacht vroegen.

Ook het Franse echtpaar met de Nederlandse Tony was daar en een aantal Duitsers en Lars kwamen tegelijk of kort na ons daar aan.
Vanaf daar sloot Lars zich bij ons aan en trokken we gezellig met zijn vieren op. Ook na het dorpje Gamarthe nog een paar pittige hellingen die beloond werden met prachtige uitzichten.

Uitzicht op Gamarthe vanaf de heuvels ten zuiden van het dorp 
We bereikten het dorpje Bussunarits en daalden vervolgens verder af naar het dorp Saint-Jean-le-Vieux, op 4 km voor Saint-Jean-Pied-de-Port. Het was inmiddels middag en we besloten daar te gaan eten zodat we die avond makkelijk zouden zijn (Lars, Genevieve en Murielle zouden die avond zelf voor eten moeten zorgen).
Daarna weer op stap voor het laatste stuk. De dames hadden een mobile home op een camping 2 km voor St. Jean gereserveerd. We spraken af de volgende dag een afscheidsbiertje in St. Jean te drinken. Lars en ik gingen samen verder en bereikten na een laatste klim de Port Saint-Jacques, de toegang tot de citadel en de stad. Een emotioneel moment, hier vastgelegd door Lars

Uitzicht op de stad vanaf de Port Saint-Jacques
Aankomst in Saint-Jean-Pied-de-Port, het voorlopig eindpunt van mijn pelgrimstocht (de St. Jacobus-poort)

Het bord bij de poort, in het Frans en Baskisch 
Na de poort op weg naar het nabijgelegen pelgrimsbureau voor een (laatste) stempel in mijn Credential (pelgrimspaspoort).


Nadat je de poort bent gepasseerd, kom je in een andere wereld. Die van het toerisme. In de mooie, nauwe en hellende straatjes kon je over de hoofden lopen.
Vervolgens op weg naar het toerismebureau dat me aan een goed maar niet te duur hotel hielp. Vervolgens had ik nog tijd om de stad verder te verkennen. Ik kwam Lars tegen die vroeg of ik zin had om samen naar de pelgrimsviering te gaan. Ik vond het een goed idee. Ik had alle reden om dankbaar te zijn dat ik zonder grote problemen, gezond en wel in St. Jean was aangekomen. Dankbaar voor alles wat ik had mogen beleven en de fijne mensen die ik had leren kennen en voor al diegenen die mij onderweg hebben gesteund en aangemoedigd.

De kerk van St.Jean in de oude citadel 
Het sombere interieur van de kerk
Het Mariabeeld links in de kerk  waar velen een kaarsje aansteken 
De volgende dag had ik het druk met het regelen van de terugreis. Op het toeristenbureau adviseerden ze me om i.v.m de vakantiedrukte tevoren te reserveren. Dus naar het station om kaartjes te kopen. Daar maakte een lichte paniek zich van mij meester toen de dienstdoende beambte me wees op een bordje dat reservering vandaag niet mogelijk was wegens een teinstoring en dat hij niet wist of die storing morgen verholpen zou zijn. Wat hij er niet bij vertelde was, dat er wel vervangende bussen zouden rijden. Op het toeristenbureau wisten ze me dat gelukkig wel keurig uit te leggen.

Verder die middag afscheid genomen van Genevieve en Lars die de volgende dag de Pyreneeen zouden overtrekken op weg naar Santiago de Compostela. Murielle was eerst van plan om nog tot Ronceveaux door te gaan om zo volgend jaar de moeilijke startetappe over de Pyreneeen te kunnen vermijden, maar besloot daarvan toch af te zien. Dus volgend jaar start zij ook in Saint-Jean. De volgende dag zijn we samen gereisd tot Bayonne en hebben daar afscheid genomen.

De rest van de dag als toerist wat foto's van de stad genomen. Ik zag er veel pelgrims, maar de toeristen waren toch veruit in de meerderheid.

Foto vanaf de brug in het oude centrum op de rivirr La Nive 
Prachtig straatje in de oude citadel
Als pelgrim kun je hier ook je uitrusting compleet maken 
Als pelgrim (en toerist) kun je in St. Jean de nodige souvenirs aanschaffen, maar ook een complete professionele uitrusting.

Langzaam veranderde ik die dag van een pelgrim die op weg is, in een toerist die met enige verbazing het pelgrimstoerisme gade sloeg.