donderdag 30 juni 2016

Naar Hontanas

Van Burgos naar Hontanas (32 km)
Donderdag 30 juni 2016
Goed uitgerust ben ik die ochtend om 7 uur op weg gegaan. In de srraten van Burgos kwam ik nog groepjes uitgefeeste jongeren tegen.
Niet ver van de kathedraal zag ik op de resten van een oud kerkgebouw een ooievaarsnest.

Aan de rand van Burgos een foto gemaakt van het beeld van een melkmeisje. Altijd gedacht dat dit een Hollands fenomeen was, maar dat blijkt dus een misvatting.


Iets verderop  een standbeeld van een van de gronleggers van de Spaanse Camino, waarvan ik helaas de naam ben vergeten.


Daarna verliet ik Burgos via de rand van een groot park, Parque El Parral.

Na een km of 6 onder een spoorlijn door, vervolgens over een autosnelweg en een km verder weer onder een autosnelweg door. 

Pas daarna had ik het gevoel dat ik de drukte weer achter me had gelaten. Ik passerde de Rio Arianzon en kwam in Tardajos aan waar ik na meer dan 2 uur lopen een ontbijt goed liet smaken.

Na Tardajos door een mooi glooiend landschap. Daar kwam ik in contact met een Gents paar, Steven (of Stefan) en Veerle. Ze waren vanuit Gent op weg gegaan en blij dat ze weer eens Nederlands konden praten. Veerle had de Camino Frances al eens eerder gelopen en Steven sprak vloeiend Spaans want hij had een halfjaar in Midden-Amerika rondgereisd. We hadden elkaar heel wat te vertellen en al pratend liepen we het dorpje Hornillos del Camino binnen. Het was rond de middag en ruim 20 km vanaf Burgos. Jammer voor mij besloten Steven en Veerle daar een auberque te zoeken. Steven had de nacht ervoor slecht geslapen en het was die dag ook behoorlijk heet en de route ging door open gebied. Maar ik was pas weer gestart in Burgos en na 2 weken goed uitgerust en had me voorgenomen naar Hontanas te lopen.


We gingen samen nog wat eten en drinken, wisselden gegevens uit en namen afscheid. Ik hoop ze nog eens terug te zien op de Camino of daarna. Bij het vertrek nam ik onderstaande foto van dat gezellige Gentse stel.


Daarna weer alleen op stap in de hete middagzon maar door een mooi glooiend landschap. Na een kleine 6 km doemde in een dal de auberque San Bol op, heel afgekegen als een soort oase in het landschap (rechtsboven op de foto). De herberg was het enige overblijfsel van een verlaten dorp (je kon er nog wat restanten van zien). Ik besloot daar niet te pauzeren maar door te lopen. Maar ik was misschien 500 meter daar voorbij toen ik een sms-je kreeg van Jan, de Belg uit Dendermonde waarmee ik het jaar hiervoor een tijdje was opgetrokken. Jan had helaas vanwege een blessure moeten afhaken, maar was in mei dit jaar opnieuw op weg gegaan nu vanuit Le Puy en Velay. We hadden nog regelmatig contact met elkaar en ik wist dat hij in de buurt was en ik hoopte hem in Hontanas weer te zien. Maar hij was samen met een Zuid-Afrikaanse vrouw en een Australiër deze dag in de auberge San Bol beland. Ik keerde op mijn schreden terug en er volgde een hartelijk weerzien. We praten elkaar bij en dronken een biertje op ons weerzien. Helaas vergat ik een foto te maken, zo groot was de verrassing. Na een uurtje besloot ik toch weer verder te gaan. De herberg die maar 12 plaatsen had was inmiddels volgelopen en ook al had ik willen blijven, er was geen plaats meer. Achteraf had ik daar wel een beetje spijt van, want deze herberg was uniek gelegen en sommige pelgrims gingen er speciaal heen om van de mooie nachtelijke hemel te genieten. Maar ik nam afscheid van Jan en we namen ons voor elkaar zo mogelijk in Leon - daar was ik van plan 2 dagen te blijven - weer op te zoeken.


Ik dus weer op stap, het was inmiddels al 3 uur en ik moest nog een km of 5 tot Hontanas. Mijn tempo was niet meer zo snel, maar langzaam maar zeker bereikte ik even na vieren mijn einddoel. Het stadje Hontanas lag prachtig verscholen in een dal. Ik vond er onderdak in een hostal. Het was een enerverende dag vol verrassingen geworden. Ik was blij en tevreden dat ik weer op de Camino liep.

woensdag 29 juni 2016

Intermezzo

Terug naar huis en weer terug naar Burgos
Woensdag 15 juni t/m woensdag 29 juni 2016
Toen ik woendagmiddag 15 juni bij de kathedraal in Burgos was gearriveerd, ging ik op zoek naar het treinstation. Volgens mijn gids lag het station net ten zuiden van het centrum, niet ver van het centrale busstation. Maar hoe ik ook zocht, nergens een station te bekennen. Na een uurtje rondzoeken maar eens een Spanjaard aangeklampt. Ik liet in mijn gids zien waar ik op zoek naar wss en hoewel hij alleen Spaans sprak, kon hij me duidelijk maken dat het station al geruime tijd geleden was verplaatst naar de noordrand van de stad. Hij adviseerde me een taxi te nemen. Nadat ik van de schrik was bekomen, ben ik eerst wat gaan eten en vervolgens min of meer op goed geluk op stap gegaan op zoek naar dat nieuwe station. Ik had tijd genoeg, want pas om kwart voor 6 zou mijn trein naar Hendaye vertrekken. Het bleek een lange wandeling van 6 km te zijn. Op de juiste weg geholpen door enkele behulpzame Spanjaarden kwam ik even na 3 uur aan bij een groot, modern maar afgelegen station, Burgos Rosa de Lima (zie de foto hieronder). Ik was precies op tijd, want net voor ik het station binnenwandelde brak er enorm onweer los. De trein vertrok met vertraging, waardoor ik ook later dan gepland in Hendaye aankwam. De trein kwam uit Santiago en ik kwam terecht in een coupe met een drietal Fransen die terugkwamen van de Camino. We hadden raakten in gesprek en wisselden wandelervaringen uit.
In Hendaye overnacht in een pension en de volgende morgen vroeg met de TGV naar Bordeaux en vandaar met een comfortabele dubbeldeks TGV naar Lille en daar overgestapt op de Eurostar naar Brussel en vandaar met de intercity naar Dordrecht. Op zich een kleine, maar noodzakelijke omweg, want er waren die middag geen plaatsen meer beschikbaar voor de Thalys vanuit Parijs.

Na de afscheidsviering en de crematie van mijn zwager Herbert heb ik eerst overwogen om mijn voettocht pas in september of volgend voorjaar te vervolgen, maar al snel kwam ik tot het slotsom dat het voor mij beter was om zo snel mogelijk weer mijn tocht te vervolgen. Het was echter een probleem om een plaats op de Thalys te reserveren. Uiteindelijk kon ik dinsdag 28 juli weer vertrekken met de Thalys en overstap in Parijs via de metro van Gare du Nord naar Gare Montparnasse. Vandaar met de TGV naar het Spaanse Irun (net over de grens met Frankrijk). De volgende ochtend weer verder met de trein naar Burgos. Die kwam rond 1 uur met ruime vertraging aan. Wachten op de stadsbus zou wel een uur duren, want wegens de feestelijkheden in Burgos (vanwege San Pedro, de patroonheilige van de stad) reden er maar af en toe bussen. Ik besloot daarom om maar weer te gaan lopen. Een vriendelijk Spaans gezin die ook Engels spraken, legde me uit hoe ik via een mooie route la gs een riviertje naar het centrum kon lopen. Hoedichter ik het centrum naderde, hoe drukker het werd. De laatste km langs het riviertje stond vol kraampjes.


Het was even zoeken naar het hostel dat ik had geboekt,. Nadat ik me had opgefrist ben ik de stad ingegaan om van de stad en de feestelijkheden te genieten en wat te eten. 
Hieronder een doorkijkje vanuit de Calle San Juan op het plein Plaza de San Juan met de Iglesia de San Lesnes (links) en het Antiguo Hospital de San Juan.

Het vooraanzicht van de kathedraal in de avondzon. De deur van 'barmartigheid' was duidelijk aangegeven (rechts).

De kathedraal, gefotografeerd vanaf de achterzijde.

Die avond in de stad allerlei optredens van groepen in fleurige klederdracht .....

............. en op verschillende pleintjes speelden bandjes.

Overal in het centrum van de stad tref je mooie beelden aan, zoals van deze Middeleeuwse muzikanten. Deze twee pasten bij de feestelijke sfeer. Het feesten ging die nacht nog lang door, maar gelukkig viel ik al snel in slaap.

maandag 27 juni 2016

Naar Burgos

Van Atapuerca naar Burgos (22 km)
Woensdag 15 juni 2016

Weer vroeg uit de veren, maar - anders dan andere dagen - deze keer voor het lopen eerst ontbeten in het plaatselijke winkeltje dat al om half 7 open was. Het was die ochtend guur en koud, het waaide hard en er hingen dreigende regenwolken in de lucht. Na het ontbijt op stap samen met enkele andere pelgrims. Even buiten het dorpje kwam ik langs een geitenfarm. Er liepen enkele honderden geiten buiten bij een grote loods (stal). Dit was de eerste vorm van intensieve veehouderij die ik in dit deel van Spanje tegenkwam. Tot dan toe had ik alleen maar akkerbouw, olijfbomen en wijngaarden gezien.


Daarna volgde een lastige klim naar de Matagrande, een winderige hoogvlakte.

Na een flinke klouterpartij kwam ik op de top aan.

Aan het eind van de hoogvlakte een prachtig uitzicht. In de verte kon je Burgos al zien liggen.

Er volgde een pittige afdaling en vervolgens ging de route via asfaltwegen (met soms mooie bermbegroeiing, zie de foto hieronder) naar het dorpje Villalval waar ik kort pauzeerde. Ik zag daar ook de Nijmeegse studentes aan het ontbijt. Het was op weg naar dat dorpje zachtjes gaan regenen en de meeste pelgrims deden de regenhoes om de rugzak en trokken renkleding aan. Ik gokte dat dat nog niet nodig was en deze keer had ik geluk. Het hield op met regenen, maar het bleef zwaar bewolkt.

Vandaar verder door het dorpje Cardeñuela-Riopico met het karkas van een van onze prehistorische aardbewoners.

Daarna over asfaltwegen over een autoweg en vervolgens over een grindweg langs het hekwerk aan de zuidkant van het vliegveld van Burgos tot aan het dorpje Castañares. Na dat dorp ging de route langs de rivier. Eerst nog via slechte grindpaden .....................................

...................... maar later via asfaltpaden door een groot park. Daar wandelden ook veel Spanjaarden. Door een ervan werd ik aangesproken. Of ik soms uit Duitsland kwam. Ik vertelde dat ik uit Nederland kwam, maar dat vond hij geen probleem want die Hollanders spraken toch ook Duits? Vervolgens vertelde hij me in het Duits dat hij daar jaren had gewerkt bij een bedrjjf aan de Bodensee. Toen hij zijn verhaal verteld had nam hij hartelijk afscheid en wenste mij een Buen Camino.

Na het park arriveerde ik aan de stadsgrens van Burgos. Het park ging daar over in een groenstrook met voet- en fietspad langs de rivier. Dat pad volgde ik km's lang tot ik in het centrum van Burgos aankwam. Het was inmiddels flink gaan regenen en nu had ik de regenhoes en mijn regenjasje hard nodig.


Tenslotte kwam ik rond 1 uur aan in het centrum van Burgos bij de stadspoort met op het plein daarachter de kathedraal.

Ik nam nog een foto op het plein voor de kathedraal. Het regende nog steeds toen ik op zoek ging naar het station van Burgos voor de terugreis naar Dordrecht.

Naar Atapuerca

Van Belorado naar Atapuerca (34 km)
Dinsdag 14 juni 2016

Dinsdagmorgen rond half 7 werd ik door mijn jongste zus gebeld. Ik was juist mijn rugzak aan het inpakken. Ze had slecht nieuws. Herbert, de man van mijn oudste zus, was die nacht aan een hartaanval overleden. De schok was groot. Natuurlijk zou ik mijn voettocht moeten onderbreken, dat was duidelijk, maar hoe, waar en wanneer? Ik besloot die dag maar 'gewoon' op stap te gaan om dit verdrietige nieuws te verwerken en te bedenken op welke wijze ik snel thuis zou kunnen komen.

Ik ging die morgen met gemengde gevoelens op weg. Ondanks het droevige nieuws probeerde ik toch van alle moois en de aardige mensen onderweg te genieten. 

Via mooie brede grindwegen bereikte ik na 5 km het dorpje Tosantos. Een ontbijt zat er nog niet in, want er was daar geen bar of bakker te ontdekken.

Maar een paar km verderop in Villambista had ik meer succes. Je kon er zelfs uit 2 restaurantjes kiezen. Ik wachtte eerst op Jean-François want ik wist dat hij ook nog moest ontbijten. Ik vertelde hem over het plotseling overlijden van mijn zwager en dat ik daarom mijn voettocht zou moeten onderbreken. Na het ontbijt wandelden we samen verder en maakte ik onderstaande foto van Jean-François.


Na het passeren van het dorpje Espinosa del Camino kwamen we in Villafranca-Montes de Oca aan. In het stadje een flinke klim naar boven en daar aangekomen gepauzeerd bij een restaurantje, waar Jean-François me tracteerde op een glas sangria. Er zaten ook 2 studentes geneeskunde die in Nijmegen studeerden. Ze waren 2 dagen later dan ik in Saint-Jean gestart en ik was de eerste Nederlander die ze tegen kwamen. Even later kwam de Amerikaanse Molly zich bij ons aansluiten. Jean-François die normaliter wat lanzamer liep dan Molly en ik, vertrok wat eerder en ging er van uit dat wij hem snel zouden inhalen. Dat zou echter heel anders lopen. Enkele keren kwamen we dicht in zijn buurt, maar Molly had last met haar voeten, zodat we wat vaker een pauze namen en zelf had ik ook niet mijn beste dag. Bovendien kwamen we nu in de Montes de Oca terecht, een aaneenschakeling van heftige klimmetjes en steile afdalingen. Na de eerste lange klim was het genieten van het prachtige uitzicht.



Na een volgende klim op de top een monument ter herinnering aan de tijdens de Spaanse burgeroorlog daar in 1936 doodgeschoten Republikeinen.

Na het monument een pittige afdaling (links voor mij loopt Molly) gevolgd door een steile klim.

Bijna boven keek ik terug op hellingen die ik achter de rug had.

Maar eenmaal boven was het leed nog niet geleden. Er volgde nog een lastig stuk, waarbij we door enkele mountainbikers werden gepasseerd.


We kwamen op een soort open hoogvlakte terecht. Er waaide die dag een harde westenwind en we werden daar 'gezandstraald'. Enkele km's verder kwamen we bij een rustplaats aan met bijzondere 'kunst' door passerende pelgrims gemaakt samen met de creatieve kunstenares die tegen een vrjjwillige bijdrage koffie, thee, frisdrank en fruit aanbood. Op de foto hieronder links Molly en rechts op de achtergrond de 'kunstenares'. We waren daar niet alleen, samen met ons pauzeerden daar nog een tiental pelgrims maar die staan niet op deze foto.


Vandaar was het nog ongeveer 4 km door een bosrijke omgeving en langzaam dalend tot het dorpje San Juan de Ortega. Molly en Jean-François bleven daar overnachten, maar ik wilde nog een paar dorpjes verder om de volgende dag op tijd in Burgos te kunnen zijn. Ik had inmiddels advies bij het thuisfront (mijn dochters) ingewonnen en had besloten vanaf Burgos met de trein naar Dordrecht terug te reizen. In het plaatselijke cafe rusten we uit en dronk ik ten afscheid met Jean-François en Molly een pilsje. Daarna ging ik weer op stap, want het was al eind van de middag en ik had nog een km of 6 voor de boeg. Ik had geluk en kon bij een groepje Italianen aansluiten die tot het volgende dorp gingen. De weg ging eerst door de bossen en later een meer open heuvelachtig gebied. 


Na een km of 3 kwam het dorpje Ages in zicht. De gezellige Italianen bleven daar achter (met de foto met zicht op Ages is kennelijk wat misgegaan!?).

Ik liep via een saaie asfaltweg door naar Atapuerca. De omgeving was hier redelijk vlak met akkerbouw. Een boer was nog druk bezig de oogst binnen te halen.

Atapuerca is bekend vanwege de archeologische vondsten die daar zijn gedaan. Er zijn resten gevonden van de 800.000 jaar oude 'Homo antecessor'. Verder is het overigens een beetje vervallen, arm boerendorpje waar helemaal niets te beleven valt.


Na een tijdje zoeken (alles was in eerste instantie vol) kon ik toch nog terecht in de plaatselijke auberge.  De auberge was afgehuurd door een grote groep scholieren die pas na mij per bus arriveerden. Maar gelukkig hadden ze nog een 2 persoonskamer voor mij in de aanbieding. Ik was even bang geweest dat ik ergens buiten zou moeten slapen. En met de wetenschap dat er regen was voorspeld, was dat geen prettig vooruitzicht (op de foto de auberge, de foto maakte ik de volgende ochtend toe het zwaar bewolkt was).

Naar Belorado

Van Santo Domingo de la Calzada (24 km)
Maandag13 juni 2016

Die ochtend was ik vroeg op en verliet ik Santo Domingo al voor 7 uur. De weg ging over grindwegen en -paden. Hoewel ik vroeg op pad was, liepen er verschillende pelgrims voor mij uit. 


Na ongeveer 7 km,  anderhalf uur lopen, bereikte ik het dorpje Grañon.

In het cafeetje tegenover de kerk gebruikte ik het ontbijt. Dat bestond meestal uit een stuk tortilla (soort omelettaart met ei en aardappelen), een koffie Americano en een glas vers geperst sinaasappelsap. Zo'n ontbijt koste 3,50 tot 4 euro.

Ik heb die dag weer eens helemaal alleen gelopen, maar vaak wel even een praatje bij het passeren van mijn medepelgrims. Ik genoot van het golvende landschap.............

.......... en van de bloeiende klaprozen en andere veldbloemen in de bermen.

Ongeveer 2 km na Grañon passeerde ik de grens tussen La Rioja en de regio Castilla en Leon, provincie Burgos.

Een paar km verder kwam ik door het plaatsje Redecilla del Camino en na een omwegje rond de kerk in het dorpje ging het langs vrij vlakke grindwegen naar Viloria de Rioja. Daar pauzeerde ik op het dorpsplein en had een leuk gesprek met 2 Amerikaanse dames uit Pennsylvania. De voorgaande dagen waren we elkaar al vaak gepasseerd, maar hadden we elkaar alleen 'buen camino' gewenst. Daarna naar het dorpje Villamayor del Rio. Ik had zere voeten en wilde daar wat drinken, maar er bleek geen cafeetje te zijn. Wel een picknickplaats waar ik aanschoof bij een Duitse pelgrim die op de fiets onderweg was naar Santiago. Vanwege zijn slechte conditie en zijn gevorderde leeftijd deed hij het kalm aan. Over elke fietsetappe deed hij 2 dagen, vertelde hij me. Ieder doet de tocht dus op zijn eigen wijze en dat lijkt me ook prima. Het is tenslotte geen prestatietocht maar een (spirituele) beleving. 

De laatste 5 km naar Belorado waren saai (het grindpad liep vlak langs een drukke verkeersweg). Behalve van de bermbloemen viel er weinig te genieten. 

Ik was dan ook blij toen ik rond 1 uur al in Belorado aankwam. De wekelijkse markt liep net op zijn einde. Het toeristenburo bleek echter pas vanaf 4 uur open te zijn. Dus maar op goed geluk op zoek naar een slaapplaats. Met wat hulp van een lokale herbergier vond ik een prima pension.

Later die middag op verkenning in het stadje. Op het centrale en groene plein, de Plaza Mayor, de Iglesia San Pedro uit de 18e eeuw, helaas niet open. 


De mooie straatjes in het oude centrum.

De route naar Santiago is in het oude centrum op zeer originele wijze aangegeven met behulp van tegels met de hand- en voetafdrukken en de naam van vroegere pelgrims.

Prachtig is de Iglesia de Santa Maria uit de 16e eeuw, met er naast de pelgrimsherberg en met ooievaarsnesten bovenop.

Een van de ooievaarsnesten boven op de kerk.

Het interieur van de Mariakerk.

En een detail van het rijkversierde koor van de Mariakerk.

In de Mariakerk een heiligenbeeld (met zijn hoofd in zijn hand) dat op een draagbaar rust zodat deze in processie kan worden meegedragen.

Die avond samen met Jean-François een heerlijk pelgrimsmaaltijd genoten in het restaurant op het dorpsplein (Plaza Mayor). Alle restaurantjes op de Camino bieden een pelgrimsmenu aan dat gewoonlijk uit 3-gangen bestaat en inclusief wijn, water en brood tussen de 10 en 12 euro kost.