woensdag 3 juni 2015

Van Leuven naar Rocroi


Van Leuven naar Rocroi (18 t/m 25 mei)

Maandag 18 mei 2015

Vandaag afscheid van de Gastvrije Dominicanen in Leuven en op weg naar Hoegaarden. Bij het vertrek wilde ik nog een foto maken, maar bleek de batterij leeg. Foutje, kennelijk zijn die batterijen veel eerder leeg dan van analoge fototoestellen. Geen foto's vandaag dus en dat is jammer, want de wegen en natuur zijn deze dag prachtig. Ik loop Leuven uit via de Parkabdij, een complex dat stamt uit de 12e eeuw maar waarvan de huidige gebouwen in de periode 1719-1730 zijn opgericht. Tegenwoordig is er het Centrum voor Relgieuze Kunst en Cultuur in Vlaanderen in ondergebracht. Verder gaat de route langs prachtige holle wegen en paden door de velden, langs het dorpje Bierbeek naar Meldert. Daar rond de middag gepauzeerd in de tuin bij de St-Ermelindiskerk, want alles was gesloten in het dorp. Verder lang mooie wegen en paden naar Hoegaarden. Daarvoor moest ik de Via Brabantica verlaten. Daar aangekomen naar het touristenbureau voor een stempel in mijn pelgrimspas en logies, want de mevrouw van de lokale parochie die ik tevoren gebeld had, kon me daar niet aan helpen. Daar was degene die me op het bureau hielp erg boos over, want die mevrouw bleek altijd niet thuis te geven, terwijl ze speciaal voor pelgrims was aangewezen.
De b&b waren erg prijzig, maar de dame van het toeristenbureau had een alternatief bij een particulier boven een kookstudio, ook nog dichtbij. Ik kon daar vanaf 5 uur terecht. Het bleek een riant appartement met alles er op en aan waar ik voor een vriendenprijsje mocht slapen. De eigenaren woonden in de buurt, maar zorgden de volgende morgen wel voor een uitgebreid ontbijt. De gastheer was zo aardig om de volgende ochtend bij het vertrek een foto te maken bij het pand onder een reclame voor het bekende lokale witbier.


Dinsdag 19 mei 2015

Bij Hoegaarden verliet ik de Via Brabantica en kwam ik op een andere route naar Santiago, de Via Monastica (die van Vessem in Nederland, via o.a. Tongerlo, Namen en Dinant in Belgie naar Rocroi in Noord-Frankrijk loopt). Mijn overnachtingadres lag kort bij die route, die bestaat uit een breed fietspad op een voormalige spoorlijn (RAVEL 2 genaamd) die helemaal tot Namen loopt. Een vrij rechte vlakke weg dus, maar toch niet saai vanwege de afwisseling in het landschap. De voormalige stationsgebouwen zijn nog herkenbaar aanwezig.

                         
                           Ravel met stationsgebouw

Namen was op een dag niet haalbaar voor mij. Die dag was Echezee mijn einddoel. Een overnachtingsplek zou een probleem kunnen worden omdat alle gelegenheden volgens mijn boekje op 3 tot 4 km daar vandaan lagen. Ik had dus rekening gehouden met extra loop km's. Ook was het een uitdaging om me vanaf nu in het Frans te redden, want na Hoegaarden was ik te taalgrens overschreden. Ik was al rond 2 uur in Echezee en op weg naar het toeristenbureau of gemeentehuis om te informeren naar overnachtingsmogelijkheden in het dorp zelf. Toen gebeurde er iets wonderlijks (het was geen toeval denk ik). Ik liep een aantal dames tegemoet die in geanimeerd gesprek waren en toen we elkaar passeerden enthousiast riepen "een pelgrim naar Santiago". Een van hen vroeg of ik al een slaapplaats had. Toen ik totaal overdonderd vertelde dat ik juist op weg was om dat te regelen, bood ze me spontaan onderdak en eten voor die avond aan. De betreffende dame, Sylvie, gaf computerles aan de andere dames werkzaam bij verschillende bedrijven in een lokaal vlakbij. Ik kon met hen mee, kreeg er koffie. Sylvie bleek echt besmet te zijn met het Compostella-virus. Had de route meerdere keren gelopen, een eigen blog (www.radiocamino.net). Terwijl de dames nog tot 5 uur aan het werk waren, kon ik wat inkopen doen en wat eten. Daarna nam Sylvie me mee naar huis. Dat bleek een eind uit de buurt, namelijk in Vezin, in de heuvelige Ardennen. Ik werd gastvrij in het gezin onthaald. Sylvie sprak goed Nederlands en voedde de kinderen tweetalig op. In de onderlinge gesprekken hielpen de kinderen mij met het Frans en ik hen met Nederlands. Wat een bijzondere ervaring.

Gezin Sylvie Francotte, Ferdinand, Josephine en de kleine Florine

Woensdag 20 mei 2015

Na het ontbijt afscheid van het gezin. Een vergoeding voor de kosten wilde Sylvia niet accepteren. Wat een gastvrijheid.
Vezin lag niet in de buurt van de route die ik liep, maar we van een andere aanlooproute die eveneens in Namen uitkwam, namelijk de Via Mosana. Sylvie legde me uit hoe ik van Vezin op die route kon komen. De afstand naar Namen was vergelijkbaar met die van Echezee naar Namen. Er was een belangrijk verschil: de heuvels van de Ardennen en dat zou ik merken. De omgeving van Vezin is prachtig.

                                     Vallei bij Vezin

Enthousiast ging ik op stap, heerlijk steeds verder naar beneden. Helaas had ik onderweg omhoog naar het dorpje gemoeten voor de aansluiting op de Via Mosana. Daar kwam ik pas onder bij een steengroeve en spoorlijn achter. Dus weer terug, maar nu omhoog! Bovenin het dorpje de aanduiding van de route gelukkig snel gevonden. Via een bos met een flinke helling kwam ik in de buurt van de Maas uit. De route stond overal goed aangegeven. In het bos hingen er zelfs Jacobsschelpen aan de bomen. Via paden langs de spoorlijn en de kades van de Maas kwam ik in Namen aan.

Gezicht op de Citadel van Namen vanaf de Maas (vanaf het oosten)

Daar weer een stempel bij het toeristenbureau en weer op zoek naar een plaats voor de nacht. Het adres dat ik al eerder had gebeld, bleef onbereikbaar. Daarom een ander adres uit het routeboekje geprobeerd. Hoewel het eigenlijk niet zo goed uitkwam - de gastheer en -vrouw zouden die avond uitgaan - bleek ik na enig aandringen toch welkom. Het huis van mijn gastgezin bleek 4 km van het centrum van Namen op de route langs de Maas te liggen. Ik heb daarom van Namen zelf niet zoveel gezien, want ik moest voor 5 uur bij mijn gastgezin zijn. Daar aangekomen werd ik hartelijk door mijn gastvrouw Therese begroet en kreeg de kamer van de kleinkinderen toegewezen. Therese was evenals Sylvie lid van de 'Chaine d'Accueil des Pelerins' die Compostela pelgrims tegen geringe vergoeding onderdak aanbieden. Het zijn bij weten veelal mensen die zelf de tocht ook hebben gemaakt. Ik kon met het gezin meeeten, vader, zoon, schoondochter en een kleindochter die mij reuze interessant vond schoven ook aan. Het gezin ging op stap naar een culturele film. Tot mijn verrassing waren ze al vroeg terug, omdat de voorstelling uitverkocht bleek. Dat ik intussen de afwas had gedaan werd zeer gewaardeerd.

Donderdag 21 mei 2015

Na een lekker ontbijt weer op stap, verder langs de oever van de Maas stroomopwaarts naar Dinant, onderweg mooie vergezichten en passeerde ik vele sluizen in een bochtige Maas. Ik zag er alleen wat motorjachten, geen vrachtvaart. Op het pad bij de Maas bivakeerden vele ganzen die vanwege hun jongen soms aggressief reageerden. Je moest oppassen niet uit te glijden over de vele poep.

        Ganzen met jongen en poep op het voet/fietspad

Omdat je op het oeverpad (vaak ook fietspad) lekker kon doorlopen, was ik al redelijk vroeg in de buurt van Dinant. Ik maakt van de overzijde een foto van wat ik veronderstelde de Abdij van Leffe was. Daar had ik namelijk gereserveerd voor overnachting. Aan de overzijde van de Maas aangekomen, bleek de abdij op een heel andere plaats te liggen, verscholen tussen de bebouwing.

         Zicht op de rechteroever van de Maas bij Dinant

Na wat zoeken en navragen vond ik de abdij. De mevrouw van de telefoon liet me binnen en bracht me naar een nabijgelegen oude school- of gemeenschapsgebouw waar een slaapzaal was ingericht voor pelgrims. Voor mij was al een pelgrim gearriveerd vertelde de gastvrouw. Ze wees me verder waar de toiletten en de wasruimte waren. Voor het avondeten en het ontbijt moesten we in een zaaltje naast de keuken in het klooster zijn. Het onderkomen was behoorlijk spartaans, geen warm water en geen douches. Wat later maakte ik kennis met mijn medepelgrim, Helmut Brouwer. Hij was een ervaren Santiagoganger, bekend en actief binnen het Nederlands Genootschap van Santiago de Compostela. Deze keer onderweg van Vise naar Vezelay, voor hem een nog onbekende route. Ik had aangegeven dat ik wilde meedoen met het avondgebed, zodat ik kloosterleven en het klooster zelf kon beschouwen. De kloosterlingen zijn norbertijnen en anders dan in de trapistenkloosters wordt er in Leffe geen bier gebrouwen. Het merk is gekocht door de multinational InBev die er het klooster wel royalties voor betaald.
Aan de vespers namen maar 4 oudere paters deel. In totaal waren ze met 12 man, waaronder ook aantal relatief jongeren (beneden de 40). De gastenpater, Bruno,  sprak goed Nederlands en was belangstellend naar onze achtergrond en beweegredenen. Het avondeten was samen met een aantal Waalse studenten die een kamer in het klooster hadden. Het eten was prima, maar tot onze teleurstelling geen glas Leffe erbij!
                             Foto Abdij van Leffe


Vrijdag 22 mei 2015

De volgende ochtend vroeg uit de veren en om om 8 uur ontbijt. Dat vond Helmut te laat en daarom was hij al voor het ontbijt vertrokken. Het ontbijt stond klaar maar ik was om 8 uur de enige (samen met de paters,  maar die ontbeten in hun eigen refter). Kennelijk was het voor de studenten nog te vroeg.
Daarna op stap naar Givet, weer langs de Maas maar nu langs de rechteroever. Het was een mooi rotspad langs steile wanden, waar volop werd geklommen. Gelukkig was het pad niet nat, want dan was het een behoorlijke uitdaging geweest. Na het rotspad ging het langs prachtige bloemrijke weiden (schraallanden) met op sommige plaatsen veel ganzen en hier en daar koeien.
                          Klimmers aan de rotswand

                              Schraalgraslanden

Rond de middag kwam ik bij een mooi Romaans kerkje aan bij Hastieres met een bord over Compostela. Daar nam ik een ruime middagpauze.


Toen ik daar zat kwam Helmut uit een naburig cafe-restaurant tevoorschijn. Hij ging weer op stap. Na de middag moesten we een eind verderop via de stuw en sluis van Hastieres naar de andere kant. Wat verder wachtte Helmut me op. Via een drukke weg liepen we samen Givet binnen, waar we op zoek gingen naar een biertje en het toeristenbureau. Givet maakte vroeger deel uit van de Spaanse Nederlanden, maar is sinds 1678 deel van Frankrijk.

     Helmut die een praatje maakt met een local

Daarna gingen we op zoek naar de refuge van de parochie Notre Dame. Deze bleek op de andere oever, maar niet ver weg te zijn. Het toeristenbureau had gebeld en kort nadat we er waren gearriveerd, kwam de contactpersoon van de parochie, die ons naar een klein gebouwtje bracht dat verder overigens prima was ingericht voor maximaal 3 pelgrims. Die avond samen gegeten in een restaurantje in de buurt.

Zaterdag 23 mei 2015

De volgende ochtend eerst een paar foto's maken van de et machtige fort Charlemont dat de Maas bij Givet beheerst.


                         Het machtige fort Charlemont

Helmut vertok weer als eerste. We moesten de brug over naar de andere Maasoever en vandaar een pad waar het gras steeds hoger werd. Na een aantal km's was ik bijna tot mijn middel nat. Daarna via 'normale' wegen naar Aubrives, waar Helmut me vanuit een bakkerij toeriep. Daar samen ontbeten (koffie met stokbrood). Vandaar samen nar Hierges, een mooi dorpje onderaan een kasteelruine.


Ons eindoel was in eerste instantie Olloy-sur-Viroin (weer in Belgie, maar de grens loopt hier wispelturig), maar nadat we een aantal flinke boshellingen hadden genomen, besloten we bij Mazee om een heel stuk af te snijden en vandaar direct via de N998 naar Oignes-en-Thierache te lopen. Dat viel nog niet mee, het begon al meteen met een lange helling van 15% en er volgden er nog verschillende. Moe maar voldaan arriveerden we aan het eind van de middag in Oignies, waar we eerst een biertje namen voor we naar ons overnachtingsadres gingen. We hadden niet gereserveerd maar gelukkig konden we bij Francoise terecht. Ze woonde aan de rand van het dorp en was eveneens lid van de Chaine d'Accueil des Pelerins, en gaf ons voor een koopje onderdak in een wat ouder chalet, maar met alles er op en eraan. Ze woonde zelf aan de andere zijde van de weg. We waanden ons op vakantie, want het was die dag bovendien prachtig weer. Samen in een eenvoudig maar goed plaatselijk restaurantje gegeten.

          Ons vakantiehuisje (Chalet Vallee des Pres)

Zondag 24 mei 2015 (Pinksteren)

Deze Pinksterdag was de Heilige Geest (of het lot zo je wilt) ons niet goed gezind. Na een prima ontbijt dat Francoise ons die ochtend bracht, kwamen we al snel in een groot bos waar de verschillende routeaanduidingen ons in verwarring brachten. We kwamen terecht op een bospad, dat later de grensrivier, de Cerises, bleek tussen Belgie en Frankrijk. Hoewel we wel doorhadden dat we in zo-richting liepen in plaats van zw-richting was er geen zijweg om dat te corrigeren. Uiteindelijk kwamen we bij een grore weg uit, waar een jong Belgisch echtpaar ons leerde we dat we zeker een km of 7 te ver naar het oosten zaten. Wij terug langs de Franse zijde van de grens, km's lang met hellingen. Op een zeker moment - toen we dachten ver genoeg teruggelopen te zijn - linksaf een km's lang bospad uitgelopen dat zoals verwacht op de D8051 (oud N51) uitkwam, maar veel verder van ons einddoel Rocroi dan we hoopten. We moesten vandaar nog zeker 8 km over deze weg om rond half 5 op de markt in Rocroi te arriveren. Na een verkwikkend biertje op het toeristenbureau de toegangscode van de gemeentelijke refuge gekregen. Een prima gemoderniseerd onderkomen met 2 slaapzaaltjes en 2 badkamers, voor ons elk een. Het leed was snel vergeten, zeker toen we in het lokale hotel (Du Commerce) voor een pelgrimsprijs van een heerlijke en uitgebrekde maaltijd genoten. Ik zou hier een dagje blijven om uit te rusten en aan mijn blog te werken, maar Helmut ging de volgende dag weer op stap.

De markthal en de kerk in Rocroi 

Maandag 25 mei 2015 (2e Pinksterdag)

De volgende morgen nam ik afscheid van Helmut. Het regende op dat moment nog maar het werd al snel droog. Ik ging naar het plaatselijke hotel waar we hadden gegeten en ze wifi hadden om mijn mails te lezen en beantwoorden. Die middag het dorp rondgelopen. Er waren slechts enkele andere toeristen die samen met mij de stervormige vestingstad bekeken. Er was weinig te beleven en toen ik eind van die middag naar het hotel liep om aan mijn blog te werken bleken alle winkels en het hotel ineens gesloten. Alleen een kebabzaakje was nog open. De keuze voor Rocroi als rustplaats was achteraf gezien niet gelukkig.
Die middag kwam er een andere pelgrim binnen, Joseph uit Duitsland. Hij woonde vlak over de grens bij Sittard en sprak uitstekend Nederlands-Limburgs. We hebben die dag nauwelijks contact met elkaar gehad, maar dat zou de dagen daarna veranderen.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten