vrijdag 26 juni 2015

Van Vezelay naar Nevers

Van Vezelay naar Nevers

Woensdag 17 juni 2015

Al vroeg gestart (kwart over 7) vanwege de afstand (25 km) en de verwachting dat er af en toe flink 'geklommen' zou moet worden. Via landwegjes (grasbanen) naar het dorpje Saint-Pere. Daar de Cure overgestoken en langs camping verder in de buurt van de rivier.
De Cure bij de camping in gebruik voor rafting 
Hier en daar waren de graspaden nog nat en in de lager gelegen delen vol plassen. Via een brug over de Cure bereikte ik het dorpje Pierre-Perthuis met een prachtige versterkte poort.

Uitzicht op Vezelay vanaf brug over Cure bij Pierre-Porthuis
Uitzicht op de Cure vanaf de brug
Versterkte poort bij ingang Pierre-Perthuis 
De streek schijnt een hechte band te hebben met maarschalk Vaubain, ook in Nederland bekend vanwege de vele door hem ontworpen vestingswerken. Via een lange weg door de mooie bossen kwam ik aan in het plaatsje Bazoches waar Vaubain in het kleine Romaanse kerkje begraven is.

Gedenkteken in ommuring bij de kerk van Bazoches 
Kerkje met graf van Vaubain 
Van Bazoches via het gehuchtje Neuffontaines en het dorpje Vignes-le-Haut naar het gehucht Le Chemin (gemeente Anthien) waar Maaike voor mij had gereserveerd bij de 'Nederlandse' refuge van Arno Cuppen en Huberta Wiertsema, zeer bekend en geliefd bij de Nederlandse pelgrims. Maar voor de aankomst moest er nog een lange steile helling worden genomen, terwijl het inmiddels weer behoorlijk warm was geworden.
Ik werd hartelijk ontvangen door de vrouwelijke-hospitalier die me rondleidde op de refuge en buiten in de grote moestuin (de namen van dit sympathieke echtpaar zijn me helaas ontschoten). Er werd door Arno samen met de mannelijke wederhelft van degene die me had opgevangen hard gewerkt aan de uitbreiding en afbouw van de refuge.
Na mij kwamen achtereenvolgens Maaike, Genevieve (een Franse pelgrim die ik ook in Vezelay had ontmoet) en veel later twee Franse mannen uit Amiens die eveneens in Vezelay waren gestart. De sfeer was buitengewoon hartelijk en ieder kreeg de gelegenheid kort zijn verhaal (in het Frans) te vertellen. Huberta was die dag naar een specialist geweest (ze was een tijdje geleden van de trap gegleden en haar (hiel?)been was gebroken/gespleten en ze maakte zich zorgen over het herstel. De specialist die dag had een operatie geadviseerd en daar zag ze begrijpelijkerwijze tegenop.
Zicht op het gehuchtje Le Chemin vanaf de top van de helling daarvoor 
Maar hoe gezellig ook, pelgrims hebben hun slaap hard nodig, dus om 10 uur lag iedereen op een oor.

Donderdag 18 juni 2015

Weliswaar was ik de volgende dag als eerste vertrokken, maar door het gezellige gezamenlijke ontbijt was het toch al laat geworden. Via onverharde en verharde binnenwegen naar Corbigny, een wat grotere plaats met binding aan het pelgrimeren. Dat bleek onder meer uit de St-Jacobsschelpen in de straten. Hier even heerlijk koffie gedronken, want die kans krijg je lang niet elke dag.

Uitzicht op de stad Corbigny met 'route-aandjiding'op paal
Aanduiding van de route St-Jacques in de binnenstad van Corbigny 
Daarna via landwegje naar Chitry-les-Mines en Chaumont langs mooie binnenwegen naar het dorpje Pazy. In Chitry-les-Mines wees een belangstellende Fransman me op Maison van Jules Renard, een bekende Franse schrijver, waar ik overigens nog nooit van had gehoord (maar dat is vast een hiaat in mijn culturele bagage).
Tussen Chaumont en Pazy passeerde ik deze prachtige versterkte boerderij (Le Bouquin)


Vanaf Pazy over een pas geasfalteerde D-weg naar het dorpje Guipy. Gelukkig was het geen drukke weg. Ik had daar op een 'Nederlandse' camping een caravan gereserveerd. Daarvoor moest ik echter 1,5 km terug over de drukke D977bis.
De pasgeasfallteerde, maar verder wemooie weg naar Guipy 
Toen ik daar aankwam, besefte ik dat ik vanaf de weg naar Guipy dit bijzondere huis al had zien liggen. De caravan stond klaar en in de toiletgebouwen nam ik een heerlijke douche. Op deze camping, Domaine Ainay van het gezin Leijenhorst, waren Nederlandse maar in meerderheid Franse gasten. 'S-avonds kon ik meeeten met een heerlijk table d'hotes, waar verder alleen Franse echtparen aan deelnamen. Voor een pelgrim eigenlijk te luxe, maar het smaakte prima en ik had een leuke conversatie (in het Engels) met een van de mannen die oorspronkelijk uit Engeland kwam (en zijn vrouw zorgde ervoor dat hij naast mij kwam zitten).
De bijzondere voorgevel van Domaine Anay

Vrijdag 19 juni 2015

Die vrijdag beloofde een wat saaie wandeldag te worden. De eerste km's tot Saint-Reverien gingen nog over mooie landwegen, maar daarna ging de route voor het grootste deel over de drukke D977bis. Het was bovendien warm en langs zo'n weg is er weinig schaduw. Een kwestie van doorzetten dus en goed opletten, vooral voor de zuigende werking van passerende vrachtauto's. Wel had ik de belangstelling van een aantal blonde Acquitanes, die me wat meewarrig aankeken.


Op tijd op zij stappen is hier aangewezen 
Ik had tevoren besloten om niet te ver te lopen gezien de route en daarom gereserveerd in het gehucht Boulon. Maar toen ik daar aankwam, stond de boer me al op te wachten en maakte me duidelijk dat ze met eten niet op me hadden gerekend en adviseerde me door te lopen naar Premery, 7 km verder. Het was duidelijk dat ik niet welkom was, dus ik op weg naar Premery. Gelukkig ging de route nu langs mooie boeren binnenwegen en kwam ik toch nog redelijk op tijd (4 uur) in Premery aan. Daar eerst naar het toeristenbureau om een slaapplaats te regelen. Het toeristenbureau was ondergebracht in het kasteel in het centrum. Ik kreeg een caravannetje op de gemeentelijke camping toegewezen, speciaal bestemd voor pelgrims. Wat een luxe, voor een paar euro een 'eigen' caravan. Enkele vriendelijke Franse campinggasten brachten me naar de caravan, want de beheerder kwam pas om half 7.

Het kadteel van Premery 
Het was die dag erg warm en de caravan had de hele dag in de zon gestaan. Gelukkig koelde het 's-nachts flink af. Ik bleef daarom lang buiten zitten, genieten van de ondergaande zon tegen een bewolkte lucht.

Avondrood op de camping 
Het enige nadeel was dat ik hier zelf voor mijn avondeten en ontbijt moest zorgen. Dus boodschappen doen, eten klaarmaken en ook de afwas natuurlijk.

Zaterdag 20 juni en zondag 21 juni 2015

De zaterdagmorgen op weg naar Guerigny, een afstand van ongeveer 19 km. Daarna was het nog maar 14 km naar Nevers. Die morgen in Premery een jonge Franse pelgrim ontmoet die ik deze dag nog enkele keren zou zien, maar daarna uit het zicht ben verloren.
Ik verliet Premery langs een troostloze weg vol oude fabrieksgebouwen die niet meer in gebruik waren. Na een mooie bosweg de D148 op, een hele lange helling door het bod van Premery. Na de top het landelijk gebied in, langs gehuchtjes als Rigny. Daarna omhoog het bos in met mooie uitzichten. Ook veel houtkap in het bos. Niet ver voor Guerigny een mooie picknickplaats in het bos. De Franse pelgrim die me onderweg was gepasseerd, vertrok net toen ik aankwam.

Bij het binnenkomen van Guerigny dezelfde troosteloze aanblik van oude fabrieks gebouwen als in Premery.


In Guerigny wachtte me de volgende verrassing. Het hotel waar ik wilde overnachten (maar niet gereserveerd) leek gesloten en ik wist geen alternatief (die bleken er achteraf wel te zijn). Goede raad was duur. Mijn benen voelden nog goed en ik besloot door te lopen naar Nevers, 14 km verder. Onderweg gerust op een bankje in de buurt van het gehucht Luanges, met een mooi uitzicht op de omgeving.


Via land- en boswegjes over het viaduct over de rondweg bij Nevers belandde ik in de voorstad Coulange-les-Nevers. Iets verder al een mooi uitzicht op de kathedraal van Nevers.


Vandaar was het nog een heel eind naar het centrum en daarna kostte het me veel moeite om de kathedraal en het toeristenbureau te vinden. Om kwart voor 6 was ik bij het toeristenbureau, die me voor onderdak naar het Espace Bernadette verwees. Ook daar nog op tijd om in te checken en een kamer voor 2 dagen te regelen, met ontbijt.


De entree in het ommuurde complex Espace Bernadette 
Het kloostercomplex gdzien vanaf de binnentjin, met in het midden de torens van de kapel 
Het Espace Bernadette is een uitgestrekt complex dat druk wordt bezocht door vooral oudere Franse en Italiaanse pelgrims (bussen vol) die naar het opgebaarde lichaam van Bernadette van Lourdes komen kijken. Ze ligt daar im de zijbeuk van de kapel van het (voormalige) klooster, nu vooral een bezinningscentrum, in een glazen 'kist'/vitrine. Een beetje als een wassen beeld of als in een sprookje als prinses die door een prins wakker moet worden gekust. Dit is niet spottend bedoeld, maar ik heb daar niet zoveel mee. Wel met Lourdes als hoop- en troostvolle plaats voor ernstig zieken. Ook alle bewondering voor Bernadette, een eenvoudig meisje uit een arm gezin die later zou toetreden tot de zusters van liefdadigheid van Nevers en haar verdere leven wijdde aan de verzorging van de zieken. Ze overleed al jong (30 of 35 jaar?) aan de daarbij opgelopen tbc en werd later heilig verklaard.
In het Espace Bernadette is een klein museum aan haar korte leven gewijd en is er ook een nagebouwde Lourdesgrot.

De zaterdag was er weinig tijd meer om de stad in te gaan. Er was dat weekend ook een muziekfestival. De zondag heb ik de mooie maar rommelige binnenstad verder verkend en foto's gemaakt.

De kathedraal Saint-Cyr et Sainte Julitte heeft een oude Romaanse abcis


Vooral de gerestaureerde toren is rijk voorzien van beeldhouwwerk.




De hoge gothische gewelven aan de binnenzijde


Met moderne glasinlood-ramen


Een ander bekend gebouw (in de buurt van de kathedraal) is het Palais Ducal


Ook trok het optreden van een jeugdorkest tijdens het muziekfestival die zondamiddag veel belangstelling.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten