maandag 11 juli 2016

Naar Molinaseca

Van Rabanal del Camino (via het Cruz de Ferro) naar Molinaseca (27 km)
Maandag 11 juli 2016

De wekker ging al vroeg en ik had eigenlijk nog best wat langer willen blijven slapen. Maar er stond een flinke klim naar het Cruz de Ferro op het programma, dus toch al weer om half 7 op pad. Het zou een zware en bewogen dag worden.

Het eerste stuk ging vlot en ik genoot van de mooie natuur in de ochtend.

Het pad werd smaller, steiler en na een tijdje moeilijker begaanbaar (zie onder). Ik had er toch een flink tempo in en voelde me goed. Op een gegeven moment bleef mijn linkervoet ergens achte haken en viel ik voorover op het rotsachtige pad. Ik viel nogal ongelukkig en toen ik overeind was gekrabbeld, stroomde het bloed over mijn gezicht. Gelukkig was mijn bril nog heel. Een vriendelijke Chinees die ik kort tevoren was gepasseerd hielp me om de wond schoon te maken. Het viel gelukkig allemaal mee, alleen een snijwond naast mijn linkeroog. Later voelde ik dat een van mijn linker ribben licht was gekneusd en daar heb ik nog dagen last van gehad. 


Na 5 km kwam het dorpje Foncebadon in zicht (zie onder) en daar hebben we samen wat gegeten en gedronken, mijn gezicht verder schoongemaakt en een pleister over de wond geplakt.


Hieronder de hulpvaardige Chinees, die Changshuw Yue bleek te heten, een dochter heeft die in Antwerpen studeert en zelf ook regelmatig in Nederland komt. We hebben mailadressen uitgewisseld en zullen elkaar zeker in de toekomst weerzien. Ik had die dag graag met hem verder gelopen, maar onze wandelritmes pasten niet bij elkaar.


We namen afscheid van elkaar en ik beloofde hem verder voorzichtig te zijn. Als eerste liep ik het boerendorpje Foncebadon uit, op weg naar het Cruz de Ferro.


Het pad omhoog was niet heel moeilijk, want het ging heel geleideljjk. Onderweg een prachtig zicht op de omgeving.

Aangekomen bij het Cruz de Ferro, trof ik daar het Deense paar Hans en Marjanne aan. Hans was bereid foto's van mij te maken. Ik legde daar twee van huis meegebrachte steentjes neer als symbool van de lasten die ik daar achter wilde laten, maar ook uit dankbaarheid voor de liefde die ik in mijn leven ontvangen heb. Voor mij  toch wel een emotioneel moment.


Hier de meegebrachte steentjes nog in mijn linkerhand.


Hier het sympathieke Deense paar, Marjanne en Hans.


Na een moment van bezinning aan de afdaling begonnen. De eerste km nog over een goed begaanbaar grindpad. Daarna werd het steil en moeilijk begaanbaar door de vele losse stenen en uitstekende rotsen. Maar het uitzicht was fantastisch. Hieronder zie je de wolken en nevel nog duidelijk tussen de bergen hangen.


Maar ook koeien, meestal met bel, zie je regelmatig op de hellingen grazen.


En de natuur was geweldig mooi, vooral de paars bloeiende heide.


Het pad daarentegen was steil en moeilijk begaanbaar. Ik deed het na mijn val die ochtend voorzichtig aan en kwam maar langzaam vooruit. Er waren ook opvallend weinig andere pelgrims te zien. Ik denk dat velen de gewone asfaltweg hebben gelopen die een stuk makkelijker maar wel wat langer is.


Een uurtje lopen na het Cruz de Ferro was er een rustpunt ingericht waar je broodjes, koffie etc. kon kopen. Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt
.

Daarna bleef de omgeving prachtig, maa6r het pad nog steiler en lastiger. Ik zag er onderweg alleen een Amerikaanse, die Rebecca heette. Die dag had ik mijn battons (stokken) goed kunnen gebruiken (maar die had ik bewust thuisgelaten, achteraf niet zo handig).


Uiyeindelijk kwam na 11 km dalen het dorpje El Acebo in zicht. Daar zaten op enkele terassen een tiental pelgrims uit te rusten. Voor sommigen was het teveel geworden en zij kozen ervoor om de rest naar beneden per taxi af te leggen.

Maar na een flinke rustpauze, wat gegeten en gedronken, toch maar weer verder omlaag. Eerst nog in gezelschap van 2 Amerikaanse dames uit Oregon, maar na een half uurtje liet ik die achter me. Na een kleine 4 km bereikten we het dorpje Riego de Ambfos. Daar even gerust.


Vervolgens nog 5 km steil naar beneden over lastig begaanbare paden. Het koste me steeds meer moeite om van de prachtige omgeving te genieten.


Mijn tempo naar beneden was erg traag. Ik werd dan aan het eind van de afdaling door een vijftal andere pelgrims waaronder Rebecca ingehaald. Ik was zichtbaar vermoeid en zij praatte me moed in. We waren bijna beneden. Het stadje Molinaseca lag aan onze voeten.


Een half uur later lopen we Molinaseca binnen .......


........ om de hoek de toegangsbrug over de rivier naar het prachtige oude centrum van het stadje.


Ik vond vlak na de brug een leuk hostal. Voordat ik me ging douchen nam ik eerst nog een biertje op een mooi terras aan de rivier. Daar trof ik Rebecca weer aan die er zat uit te rusten. Zij  moest nog 6 km verder naar Ponferrade waar ze een kamer had gereserveerd. Gelukkig was dat een relatief vlak stuk langs een verkeersweg, maar ik was blij dat ik dat niet meer hoefde te lopen. Even later schoof er nog een Nederlandse wandelaar bij ons aan. Hij heette Jos en woonde in De Meern en werkte bij de DCMR (milieudienst Rijnmond), onder andere als handhaver van de landbouwregelgeving. Hoe klein kan de wereld soms zijn. Rebecca vertrok en wat later Jos ook, want hij wilde ook naar Ponferrada. Ik ging me douchen en omkleden en maakte een rondje in het leuke stadje. Daarna liep ik een restaurant binnen om wat te eten, want op het terras bij de rivier was het inmiddels te koud geworden. Er zat maar een echtpaar binnen, dat waren toevallig Marjanne en Hans die mij meteen aan hun tafel uitnodigden. Het werd een gezellige avond met veel - misschien iets teveel - wijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten