maandag 4 juli 2016

Naar Sahagun

Van Calzadilla de la Cueza naar Sahagun (22 km)
Maandag 4 juli 2016
Hartelijk uitgeleide gedaan door de ober van het hostel, ging ik die ochtend weer om 7 uur op stap. Ik liep eerst aan de verkeerde kant het dorp uit. Maar toen ik geen gele pijlen meer zag, besefte ik dat ik me vergist had en keerde terug op mijn schreden. Ik zag ineens verderop een pelgrim lopen en was weer op de Camino aangekomen. De route ging over een grindpad parallel aan een rustige verkeersweg. Langs het pad trof ik deze verweerde steen met verschillende (alternatieve) routes. Bovenop de steen tref je stenen aan en een paar (versleten?) schoenen aan die daar de pelgrims zijn achtergelaten. Die symboliek tref je overal langs de pegrimsroute aan.

Het pad ging door een glooiend landschap dat verder vrij saai was. Mooi was de bloeiende en geurende brem waar je tussendoor liep. Op ongeveer 100 meter voor mij liep een pelgrim en hoewel ik er behoorlijk de pas in had, kwam ik geen meter dichterbij.


Na 6 km bereikte ik het dorpje Ledigos. Het was nog vroeg en het was er nog doodstil. Maar vanaf daar kwamen er steeds meer pelgrims op mijn pad.


Weer 3 km verder kwam ik aan bij de rand van het dorp met de mooie naam Terradillos de los Templados. Er stond een prachtige nieuwe herberg. In het dorp zelf was verder alles nog dicht. Voor koffie zou ik nog wat geduld moeten hebben.


Na Terradillos liep het pad gelukkig niet meer langs een verkeersweg. Het wandelen werd meteen weer een stuk leuker. Ongeveer 3 km verder lag het dorpje Moratinos nog in diepe rust (foto hieronder). Alles was ook hier nog gesloten, maar ik besloot op het plaatselijke pleintje te pauzeren. Daar zat ook de wandelaar die me steeds was voorgebleven. We maakte kennis en het bleek een sympathieke Belg te zijn, Luc afkomstig uit Affligem. Hij was van thuis op weg gegaan en nu ruim 2 maanden onderweg. Dat hij nu al hier was, betekende dat hij behoorlijk lange dagmarsen maakte. Dat bleek ook te kloppen, hij liep dagelijks tenminste 30 km. De rest van de wandeldag zijn we samen opgetrokken. In het volgende dorpje (na 3 km), San Nicolas del Real Camino, dronken we koffie en aten we wat.


Na een km of 4 zagen we vanaf een hoger gelegen punt de stad met de Japans aandoende naam, Sahagun, al liggen (foto helemaal onderaan!).

We kwamen echter eerst nog langs een historische site, de Ermita de la Virgen del Puente. Deze kapel zou een overblijfsel zijn van een klooster van de orde derTempeliers. Bij de kapel is nu een grote picknickplaats waar we even pazeerden in in gesprek raakten met een Franse pelgrim die daar ook zat uit te rusten. Op de foto is Luc (staande) in geannimeerd gesprek met haar.


Aan het begin van de picknickplaats staan 2 beelden van Tempeliers, bedoeld als symbolische bewakers van de toegang tot de site.

Ruim 3 km verder kwamen we aan in Sahagun, voor mij het einddoel van de dag. Voor Luc was het nog te vroeg om te stoppen en hij ging naar het volgende dorp, Calzada del Coto. Ik vond het jammer dat we nu al afscheid moesten nemen, maar zijn tempo zou ik de komende dagen toch niet bij kunnen benen. Als afscheid dronken we samen een biertje. Vlak daarbij vond ik onderdak in een klein en gezellig hostal (tevens bar). 


De hostal lag tegenover de gemeentelijke pelgrimsherberg die was ondergebracht in een imposant oud kerkgebouw. Voor dat gebouw dit mooie pelgrimsbeeld .................

.................... en boveop dat gebouw hadden verschillende ooievaars een plaats gevonden. Ik kon ze vanuit 'mijn' kamer horen klepperen.


Sahagun was een beetje rommelig, maar wel gezellig plaatsje, met niet echt een specifiek centrum. Naast het Plaza Major waren er nog enkele pleintjes met wat winkeltjes en restaurantjes. Bij aankomst in Sahagun begon het te regenen, maar dat hield snel weer op. Die avond en begin van de nacht barste er echter een flink onweer los en viel er behoorlijk wat regen.


Zicht op Sahagun, ongeveer 3 km voor onze aankomst daar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten